Inleiding

Een vraag die mij al sinds lang bezighoudt is of via media zingeving overdraagbaar is. Deze vraag houdt verband met de levinasiaanse gelaatsfilosofie, waarin ik wijsgerig ben opgegroeid door de colleges van Prof. Errit van der Velde. Het gelaat van de ander zet mij op het pad om te antwoorden en te handelen vanuit het beroep dat er uit gaat van die ander. En dan wil je als techneut graag een merkwaardig proefje doen: als er nu eens een medium tussen mij en de ander zit, komt dat beroep van het gelaat dan nog over?

Ga ik nog verder terug dan zie ik mijzelf radio- en TV-programma's afstruinen, boeken, encyclopedieën en tijdschriften doorbladeren op zoek naar alle informatie die de zinnen van een opgroeiende jongen vervullen, zowel op religieus als op erotisch gebied.

Maar mijn oudste vraag was: hoever komt mijn FM-zendertje gevoed door een 5 volt batterij? Terwijl een krakende pick-up de song "staying alive" van de BeeGees speelde ging ik op de fiets met een draagbare radio in de hand op zoek naar de grens van het ontvangstgebied, die meestal in de buurt van een halve kilometer lag. En onderwijl fantaseerde ik hoe het zou zijn, wanneer ik met een zender de andere kant van de wereld zou bereiken. Wat dat betreft is nu, een kleine 20 jaar later, mijn verlangen vervuld. In mijn eigen huiskamer kan ik via toetsenbordgeratel zonder veel extra kosten bijna instantaan tekens, die gecodeerd zijn in ASCII1, overbrengen naar exotische oorden, ver weg.

In de omgang tussen mensen is het schriftelijke woord een steeds belangrijker plaats gaan innemen. Voorbeelden hiervan zijn de e-mail en het internet. Ik ontdekte, dat de filosoof Ivan Illich2 in zijn boek Im Weinberg des Textes [1990] een ontwikkeling van het lezen beschrijft waarin de toenemende vertechnologisering van het lezen als een bedreiging wordt gezien voor haar zinoverdragende mogelijkheid. Impliciet gaat hij dus in op het lezen van teksten via computermedia. Zijn visie op dit onderwerp heeft mij dermate geprikkeld, dat ik besloten heb deze als uitgangspunt te nemen voor mijn scriptie.

Ivan Illich is een filosoof die altijd interessante maatschappelijke thema's heeft weten aan te snijden. Hij deinst niet terug voor controversiële onderwerpen. Zijn nadenken over cultuur en samenleving heeft vaak een raakpunt met techniek. En ook niet zelden betrekt hij thema's in zijn verhalen die te maken hebben met tegenstellingen tussen Noord en Zuid of tussen arm en rijk.

Ik kies voor een kritische benadering van zijn filosofie omdat zijn denken het waard is om op een kritische manier te worden besproken.


Over de schouders van Ivan Illich meelezend, volg ik in zijn boek Im Weinberg des Textes [1990] zijn beschrijving van een technologische vernieuwing in het lezen. Deze vond plaats nog voordat de boekdrukkunst in de Europese cultuurgeschiedenis een plek had gekregen. Illich gaat in op de vraag welke betekenis deze vernieuwing had in de toenmalige cultuur van de twaalfde eeuw na Christus.

Dit perspectief van lang geleden is volgens Illich nodig om helder te kunnen zien dat de tekst door de cybernetica zijn intrinsieke band met de boekbladzijde verliest. Deze ontworteling van de tekst van zijn traditionele drager, het boek, bedreigt volgens Illich de zinoverdragende mogelijkheid in het lezen.

In hoofdstuk 2 etaleer ik deze opvatting van Illich. De ontworteling van de tekst, zal blijken een tweede aspect te hebben, nl. de ontsluiting van de tekst. Ik ga een heel eind mee in Illich' verhaal, wanneer hij in de twaalfde eeuw een belangrijke culturele breuk in het gebruik van de pagina constateert. Maar een paar inconsequenties in het verhaal van Illich, brengen mij tot andere conclusies. Ik volg niet Illich' opvattingen over de dreigingen die uitgaan van de cybernetica. De lezing van Illich' teksten zal mij bovendien in staat stellen om zijn opvattingen te verbinden aan een belangrijke richting binnen de filosofie van de techniek in deze eeuw, namelijk die van Martin Heidegger.

De mogelijkheid om het gebruik van het alfabet te beschouwen als technologisch handelen, heeft Illich aan Walter Ong te danken3. In hoofdstuk 1 wordt daarom aan de hand van Orality and Literacy. The Technologizing of the Word [ONG, 1982] een geschiedenis van het alfabet als technologie geschetst, waardoor de focus van Illich op de twaalfde eeuw, in een breder kader wordt gezet. Ong laat zien dat het alfabet de meest ingrijpende technologie van de westerse cultuurgeschiedenis is. In het verlengde van Ong's begrippenapparaat breng ik zelf een uitbreiding aan die beter aansluit bij de popularisering van de telematica door het internet.

In hoofdstuk 3 worden tenslotte de opvattingen van Illich over de cybernetica en de structuur van Ong met elkaar verweven. Er wordt geëvalueerd in hoeverre de ontsluitings- en ontwortelingsprincipes van de jongste vertechnisering van taal in de cybernetica een belangrijke breuk vormen ten opzichte van het verleden. Mijn hoofdvraag is: Is de belangrijkste technologische en culturele breuk in de twaalfde of in de twintigste eeuw te lokaliseren? Aan de hand van ideeën uit Im Weinberg des Textes [ILLICH, 1990], aangevuld met technische en maatschappelijke voorbeelden uit de context van het internet, wordt vervolgens de strekking van Illich' betoog bekritiseerd.


Men kan zich afvragen of dit niet erg ver is weggedreven van mijn oorspronkelijke zingevingsvragen met betrekking tot media. Ik heb tot mijn vreugde ontdekt dat er toch meer 'zingeving' in mijn verhaal zit, dan op grond van een eerste aanschouwing van de hoofdvraag verwacht kan worden.


1ASCII staat voor: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een omzettabel tussen de letters en symbolen die op het beeldscherm zichtbaar worden en getallen waar de computer mee rekent. Welk getal welke letter representeert hangt af van de tekenset. De standaard hardware tekenset voor DOS-computers is 437. Dit is tevens de meest gebruikelijke voor angelsaksische landen.

2Ivan Illich (1926, Wenen) is historicus en cultuurfilosoof. Hij verdeelt zijn tijd tussen Mexico, Duitsland en de VS. Tot zijn hoofdwerken behoren naast Im Weinberg des Textes [1990], Tools for Conviviality [1973], Medical nemesis [1975], Shadow Work [1981], Schule ins Museum [1984] en ABC: the Alphabetization of the Popular Mind [1988].

3Zie de opmerking van Illich in noot 12 in: [ILLICH, 1990, p.137/138] waar hij verwijst naar Orality and Literacy. The Technologizing of the Word.[ONG, 1982]


Terug naar inhoudsopgave